(al gepubliceerd op Kids & Kurken)
Het is meivakantie en ik vier een beetje vakantie tussen mijn werkdagen door. Mijn collega heeft in de nacht al even een keer gekeken bij Fleur om te kijken hoe het met haar ging. De weeën kwamen mooi regelmatig, ongeveer elke 5 minuten. Wanneer de wee er was dan duurde hij ongeveer 50 seconden. Een goed begin! Maar wel nog in de beginnende fase van de bevalling. Dit zegt echter lang niet altijd iets, zeker niet omdat Fleur aan het bevallen is van haar tweede kindje. Het kan soms zo ineens omslaan en in een stroomversnelling raken.
Ik neem de dienst over van mijn collega in de ochtend. Zoals zij met Fleur heeft afgesproken ben ik om 8.45 uur bij Fleur. Het wordt pittiger! Ze zit inmiddels al een mooi tijdje onder de warme douche. Daar kan ze de weeën redelijk goed opvangen, het warme water zorgt voor verlichting tijdens de wee en voor ontspanning tussen de weeën. Ik observeer Fleur een tijdje terwijl ze onder de douche zit en houd bij wat de frequentie van de weeën is. De weeën komen sneller dan eerder vannacht, elke 3 à 4 minuten en ze houden 1 minuut aan. Terwijl Fleur nog onder de douche zit luister ik met de doptone naar het hartje van de baby, deze klinkt mooi regelmatig rond de 140-150 slagen per minuut. Perfect dus! De baby vindt het allemaal prima en heeft er geen last van dat de bevalling gaande is.
Na een kwartier wil Fleur wel graag weten hoe het ervoor staat, ze wil graag onderzocht worden. Samen met haar man Dirk help ik haar onder de douche vandaan en drogen we haar af. Dan loopt ze direct na een wee vlot naar de slaapkamer. “Ja sorry, even opschieten hoor, voordat de volgende wee komt wil ik bij het bed zijn.” We lachen, ik snap haar helemaal! Het is fijner als je op een plek bent waar je even wat houvast hebt of waar je even prettig kan leunen om weer een wee op te vangen. Leunend op de rand van het bed zucht Fleur weer een wee weg, daarna komt ze liggen. Ik doe inwendig onderzoek en voel een mooi rijpe en zachte baarmoedermond. De ontsluiting is 4 cm, mooie vooruitgang ten opzichte van het eerdere onderzoek. Om 6 uur was er 2,5 cm ontsluiting maar voelde de baarmoedermond nog veel minder rijp.
Fleur weet zelf ook wel hoe het allemaal zit, ze is ook werkzaam in de geboortezorg. Toch valt het haar wel tegen van 2,5 naar 4 cm. Ze had gehoopt op wat meer ontsluiting. Ik vraag haar hoe het voor haar voelt en hoe ze haar bevalling beleeft tot nu toe. Ze vindt het pittig maar te doen. Waar ze vooral mee zit is dat ze heel graag poliklinisch wil bevallen in het ziekenhuis, maar met hoe de weeën voor haar voelen ziet ze wel op tegen de autorit. Vanuit mijn werkgebied zijn we gemiddeld wel zo’n 35 minuten onderweg naar het ziekenhuis, ik begrijp goed dat Fleur hierover nadenkt. We spreken af dat we naar het ziekenhuis gaan zodat ze de rit achter de rug heeft en daar niet meer over na hoeft te denken. Dat vinden Fleur en Dirk een fijn plan. Dirk helpt Fleur met aankleden en ondertussen doe ik de regelzaken. Ik bel naar de verloskamers om te informeren of we terecht kunnen. Dit kan gelukkig, zelfs de verloskamer met bevalbad is beschikbaar! Fijn, want Fleur wil hier graag gebruik van maken. Tevens bel ik kraamzorg, zij komen ons assisteren bij een poliklinische bevalling. Ondertussen maak ik gauw enkele notities zodat ik de grote lijnen en belangrijke zaken straks terug kan halen als ik het volledige bevallingsverslag moet maken.
We rijden naar het ziekenhuis en op de parkeerplaats arriveert tegelijk met ons ook de kraamzorg. Met z’n allen lopen we het ziekenhuis binnen, Fleur zit in de rolstoel i.v.m. flink frequente weeën. Stipt 10.30 uur stappen we de verloskamer binnen. Samen met de kraamzorg maak ik het bevalbad verder klaar en we vullen het bad met aangenaam warm water. Fleur gaat nog even plassen en stapt daarna het bad in. Ondertussen luister ik met enige regelmaat naar het hartje van de baby, dit is voortdurend prachtig. Nadat Fleur een goed uur in bad heeft gezeten komt ze er even uit, even opnieuw proberen te plassen en ik doe weer controles om te kijken waar ze staat in het proces.
Als Fleur weer rustig in bed ligt doe ik opnieuw een inwendig onderzoek (12.15 uur), inmiddels heeft ze 5 cm ontsluiting en het voelt ontzettend soepel. De vooruitgang in centimeters is niet reuze, want om 9 uur had ze 4 cm. Ik bespreek met Fleur wat de mogelijkheden zijn en in goed overleg besluiten we om de vliezen te breken. Terwijl ik met mijn vingers blijf voelen breng ik met mijn andere hand voorzichtig langs mijn vingers de vliezenbreker naar binnen. – In vliezen zelf zit geen gevoel, dus het breken van vliezen is niet iets wat je voelt of wat pijn doet. Het is soms even friemelen voordat het lukt en daarna voel je warm water aflopen. – Het vruchtwater van Fleur is mooi helder, dat is fijn! Na het breken van de vliezen voel ik nog kort even goed naar het hoofdje van de baby, met name de schedelnaden en de fontanellen probeer ik in kaart te brengen om zo te kunnen bepalen hoe de baby in het baringskanaal ligt. Het lijkt erop dat deze baby niet helemaal de kin goed op de borst heeft, daardoor is de diameter en de omtrek van het hoofdje in deze positie groter. Mogelijk dat hierdoor de vooruitgang matig is tot nu toe.
Ik adviseer Fleur om de weeën op te gaan vangen terwijl ze op haar rechterzij gaat liggen of terwijl ze op handen en knieën gaat zitten. Doordat ze een van deze houdingen aanneemt wordt het kindje wat meer ‘gestuurd’ naar de ligging waarbij het wel goed de kin naar de borst beweegt. Hierdoor is de diameter en omtrek van het hoofdje kleiner en daarmee verwacht ik dat we meer vooruitgang zullen boeken. Fleur doet dapper wat ik haar vraag, ondanks dat dit voor haarzelf op dit moment niet als de meest comfortabele positie voelt probeert ze zoveel mogelijk op haar zij te liggen in bad. Na een tijdje draait ze door naar handen en knieën.
Het is inmiddels 12.30 uur (een kwartiertje na het breken van de vliezen), Fleur krijgt wat drukgevoel op de top van de wee. Ze probeert dit zo goed mogelijk weg te zuchten. Ik geef aan dat het mooi zou zijn wanneer ze, zolang het lukt, de wee probeert weg te zuchten. Op deze manier zorgen de weeën ervoor dat het kindje dieper in het baringskanaal komt. Hiermee verkorten we de daadwerkelijke uitdrijving en op deze manier komt er vanzelf een onhoudbare persdrang waarmee de uitdrijving voor zowel moeder als kind zo efficiënt mogelijk verloopt. Ik probeer Fleur en de baby te helpen door voorzichtig het hoofdje de ene en de andere kant op te bewegen om te kijken of de schouder geboren wordt. Helaas hebben mijn handelingen geen effect. In instrueer de kraamzorg om op de noodbel te drukken zodat we wat extra helpende handen hebben.
Om 12.55 uur vraagt Fleur of ik wil voelen. Terwijl ze op handen en knieën in bad zit voel ik voorzichtig, ze heeft volledige ontsluiting en het hoofdje van de baby zit erg diep. Wauw! Wat is er veel veranderd! 40 minuten geleden had Fleur 5 cm ontsluiting en nu heeft ze 10 cm. Ik zeg dat wanneer het goed voelt voor Fleur ze mee mag persen tijdens de wee. Fleur laat zich dat geen 2x zeggen en met alle kracht die ze in zich heeft duwt ze mee. Na de tweede wee blijft er al een heel groot stuk van het hoofdje staan tussen de weeën. Nog een wee later staat het hoofdje tot aan de wenkbrauwen en de wee daarna wordt het hoofdje onder water geboren. Fleur zit nog steeds op handen en knieën in bad, ik voel voorzichtig met mijn vinger langs de nek van de baby om te controleren of de navelstreng om de nek zit. Dit is niet het geval.
Terwijl ik met mijn hand langs het hoofdje van de baby voel, voel ik dat het hoofdje als het ware wat heen en weer schuift; headbobbing. (heel overdreven gezegd schuift het hoofdje een stukje naar buiten en trekt dan weer naar binnen en dit herhaalt zich). Dan gaan er bij mij alarmbellen rinkelen… Dit is namelijk een signaal wat je ziet/voelt wanneer het schoudertje van de baby achter het schaambot van de moeder blijft hangen (schouderdystocie) en dit dus de baby belemmert om helemaal geboren te worden. Inmiddels is mijn adrenalinelevel wel boven maximaal en zegt ik met rode wangen en op strenge toon tegen Fleur dat ze ‘NU’ van handen en knieën naar haar rug moet draaien. Fleur luistert goed (weet met haar kennis van de geboortezorg dat het menens is) en in een soepele beweging draait ze zich om. Dan omvat ik opnieuw het hoofdje van de baby en dan hoef ik maar weinig te doen en volgt gelukkig de eerste schouder en daarna ook de andere schouder. Onder water wordt om 13.10 uur zoon Lars geboren. Hij is slap en bleek, dus ik besluit om direct de navelstreng door te knippen om Lars even goed te kunnen helpen bij de opstart.
De verpleegkundige die de kamer binnen is gekomen nadat we de noodbel hadden ingedrukt helpt even mee met de controles van Lars. We leggen Lars even op de opvangtafel om hem goed te kunnen observeren. Waarschijnlijk doordat hij even vastgezeten heeft met de schouders heeft hij moeite met het zelf goed gaan huilen (doorademen). Door middel van een kapje geven we hem 5 beademingen. Deze beademingen helpen om de longblaasjes goed te openen. Zo kan er zuurstof worden opgenomen in de bloedbaan en is er tevens een prikkel om zelf te gaan ademen.
We helpen hem nog 30 seconden door hem nog wat extra lucht te geven door hem te beademen met het kapje.
Binnen 3 minuten na zijn geboorte kleurt Lars mooi roze en zien we dat hij opknapt. 8 minuten na de geboorte is het een roze huilende baby met gebalde vuistjes en ‘zwaaiende armen’. Perfect! Zijn APGAR score is 6/9/10.
Ik vraag Dirk erbij om de navelstreng van Lars nog even op normale lengte af te knippen zodat we ook de cordring kunnen bevestigen.
Vervolgens richt ik me weer op Fleur. Ze ligt nog in bad en ik laat nog even haar placenta en vliezen geboren worden. Daarna helpen de kraamzorg en ik Fleur uit het bad naar het bed. Daar kan ze even ontspannen en bijkomen met Lars op haar borst.
Later doe ik nog lichamelijk onderzoek bij Lars en ik kan geen bijzonderheden aan hem ontdekken. Hij weegt 3980 gram, een mooie flinke jongen!